Wat wordt er gemeten? In eerste instantie meet het NMO Kijkonderzoek het kijken van lineaire televisiezenders op het (grote) televisietoestel. Hierbij wordt het live en uitgesteld kijken naar programma’s en commercials tot zeven dagen na uitzending vastgelegd. Daarmee is het vergelijkbaar met het vorige onderzoek. Het belangrijkste verschil is een groter panel en het gebruik van een nieuwe kijkmeter.
Een ander groot verschil met het voorgaande onderzoek is dat het nieuwe kijkonderzoek op termijn gericht is op álle videocontent, ongeacht waar en waarop die content wordt geconsumeerd. Met de tweede fase gaat het kijkonderzoek ook het (online) kijkgedrag op andere schermen in kaart brengen. Hiervoor zijn panelhuishoudens van het kijkonderzoek uitgerust met de “Focal Meter”, een routermeter die in het huishouden het Wifi-verkeer vastlegt. Hiermee wordt het kijken naar streamingsdiensten zoals Netflix, Videoland, HBO Max en Amazon Prime, als ook het kijken via apps van zenders met een eigen platform en operators vastgelegd. Denk aan de apps van NPO Start, Kijk, ESPN, RTL.NL, Ziggo GO en TV van KPN.
Tenslotte zal in de derde fase het panel worden vergroot met n=2.800 panelleden (18+) uit het Multimedia Panel. Dit panel is tevens de bron voor de luistercijfers. Die vergroting van het panel maakt het ook mogelijk om het schermgebruik buitenshuis vast te leggen. In de kijkcijfers zit nu al het gastkijkgedrag, maar de meting wordt dan uitgebreid met het buitenshuis kijken door de integratie van meetgegevens uit het Multimedia Panel van Ipsos.